Sam Derdeyn Het hoofd van het onderzoeksteam belast met het vinden van de oorzaak van de crash van Air France 447 heeft woensdag (17 februari) voorzichtig optimistisch gereageerd op het feit dat volgende maand de zoektocht naar wrakstukken van het vliegtuig zou herbeginnen. Hij zei dat hij er een goed oog in had dat het wrak deze keer zou gevonden worden. De man, Jean-Paul Troadec, schat de kansen “ruim boven de 50%” in dat de FDR gevonden zal worden.
Nadat de zoektocht in september werd afgeblazen, hebben onderzoekers computermodellen van zeestromen en windrichtingen in de dagen na de crash onderzocht. Op die manier hebben ze de locatie van het wrak kunnen herleiden tot een zone van ongeveer 800 vierkante mijl (2000 vierkante kilometer) – dat is ongeveer een tiende van de initiële zone. Dat zei Troadec in een mededeling op de kantoren van het onderzoeksbureau in Le Bourget, nabij Parijs.
“We hebben de grootte van hooiberg verkleind,” zei Troadec. “Nu moeten we de naald nog vinden. Maar we hebben een goeie kans om ze te vinden,” voegde hij eraan toe. De man zei dat als de “zwarte dozen” teruggevonden zouden worden, dan had hij er vertrouwen in dat de onderzoekers de gegevens van de flight data recorder en de cockpit voice recorder die er zijn in opgeslagen, terug zouden kunnen vinden. Het feit dat ze meer dan 8 maand onder water hebben gelegen, zou daar niks aan mogen veranderen.
Air France vlucht 447, een Airbus A330-200, stortte op 1 juni tijdens hevige stormen neer op meer dan 950 kilometer van de Noord-Braziliaanse kust. Het vliegtuig was onderweg van Rio de Janeiro naar Parijs. Alle 228 passagiers en bemanningsleden aan boord kwamen om. Tijdens een grote bergingsactie konden meer dan 600 stukken drijvend puin verzameld worden, alsook 51 lichamen. Maar de zwarte dozen en het grootste deel van het wrak werden niet gevonden.
Onderzoekers zeggen dat zonder de vluchtrecorders, ze mogelijk nooit in staat zullen kunnen zijn om een sluitende oorzaak voor de ramp te vinden. Totnogtoe zijn de grootste bronnen van informatie over wat gebeurd zou zijn, een reeks automatisch door het vliegtuig verstuurde berichten naar de onderhoudsbasis, waaruit blijkt dat er de snelheidsmeters van het vliegtuig niet zouden werken. Maar liefst 24 van die zogenaamde ACARS-berichten liepen op enkele minuten in Parijs binnen.
Ze voegen er aan toe dat een foute snelheidsindicatie, mogelijk veroorzaakt door ijsvoming, ertoe kan geleid hebben dat het vliegtuig is neergestort. De hoofdreden moet echter wel ergens anders gezocht worden. Troadec zei dat, gezien het relatief lichte gewicht van het drijvende puin, het waarschijnlijk was dat het wrak op de bodem van de oceaan redelijk intact terug zou kunnen gevonden worden. “Of het is over een zeer gelimiteerde zone uitgespreid”.
“We nemen aan dat het volgens een grotendeels verticale baan naar beneden is gezonden, vanop de plaats van de impact met het water,” zei hij. Een rapport over het ongeluk dat in juli werd verspreid, meldde dat het vliegtuig vrijwel zeker op zijn buik het water raakte, en niet in de lucht al in stukken brak. De door Frankrijk geleide zoekactie zal bijgestaan worden met teams uit Brazilië, Groot-Britannië, Duitsland, Noorwegen, Rusland en de Verenigde Staten.
Twee schepen met geavanceerd en gespecialiseerde apparatuur bestaande uit sonarapparaten, zullen de oceaanbodem afspeuren. Dat gebeurt in samenwerking met drie onbemande onderzeeboten en een robot van de Amerikaanse marine die op dieptes tot 6000 meter kunnen zoeken. Al die middelen moeten volgens Troadec ergens midden maart in de zone arriveren en de zoektocht zou vier weken duren. Als die onsuccesvol blijkt, kan dat nog uitgebreid worden, maar dan moet er eerst financiering gezocht worden.
© FAB
De Franse overheid heeft al meer dan 12 miljoen dollar, omgerekend 8,8 miljoen euro, aan het onderzoek naar vlucht 447 uitgegeven. Een verder 13,7 miljoen dollar (10,1 miljoen euro) werd ter beschikking gesteld door vliegtuigproducent Airbus en luchtvaartmaatschappij Air France om de laatste acties te steunen.