Diplomatieke rel na inbeslagname op Brussels Airport

Er is een diplomatieke rel ontstaan tussen Algerije, België en Nederland na de inbeslagname van een toestel van Air Algérie. Vorige vrijdag (12 december) werd de Boeing 737-800 (7V-VKF) op bevel van een Belgische rechtbank aangeslagen nadat het was geland op Brussels Airport. Het toestel mocht nadien niet meer vertrekken. De aanklacht kwam van een Nederlands financierings- en leasingbedrijf, K’Air BV.

Op zaterdag haalde Algerije haar ambassadeurs in België en Nederland “voor consultatie” terug naar de hoofdstad Algiers. Ondertussen werden ook de Belgische en Nederlandse diplomaten in Algerije (respectievelijk Frederic Meurice en Willemijn Van Haaften) op het Ministerie van Buitenlandse Zaken op het matje geroepen. Ze moesten daar gaan uitleggen hoe de inbeslagname werd goedgekeurd, terwijl er volgens Algerije nog andere mogelijkheden waren.

“Het terugroepen van onze ambassadeurs komt er na de beslissing van de Belgische rechtbank om een toestel van Air Algérie in beslag te nemen en vluchten te verbieden, terwijl nog niet alle mogelijke manier van beroep zijn uitgeput,” zeiden de Algerijnen. Managing director Hamid Kerboua van K’Air legde aan de Algerijnse pers uit dat de discussie met de luchtvaart- maatschappij gaat om een deal van 13 miljoen dollar uit 2008.

Toen waren beide partijen overeengekomen dat K’Air tien toestellen van Air Algérie zou overnemen die de luchtvaartmaatschappij “op pensioen” zou sturen. Het betaalde daarvoor een voorschot van 2 miljoen dollar om het contract onmiddellijk te bekrachtigen, waarop de Algerijnen de overeenkomst eenzijdig verbraken en het voorschot weigerden terug te betalen. Het is die 2 miljoen dollar die nu de aanleiding geeft voor het dispuut, klinkt het.

K’Air stapte daarop in maart dit jaar naar de Internationale Arbitrage Commissie, die vervolgens in haar voordeel pleitte. Air Algérie weigerde het vonnis echter te aanvaarden en eiste dat het kortgeding werd overgedaan in Algerije. Kerboua zei dat zijn bedrijf toen niet anders kon dan een Belgische rechtbank aan te spreken om het vonnis van de Internationale Arbitrage Commissie uit te voeren.

Avatar courtesy of Erwin Scholz