Yannick De Bel De aanslagen van 2015 en 2016 in Frankrijk en België hebben de Europese luchtvaartmaatschappijen 2,5 miljard euro aan mislopen opbrengsten gekost. Dat staat in een nieuwe studie van IATA. Het internationale verkeer heeft zich intussen herpakt, al is de Europa-Azië markt nog niet volledig hersteld van de aanslagen.
De aanslagen die Europa raakten in november 2015 (Parijs) en maart 2016 (Brussel) hebben de internationale passagierstrafiek van de Europese maatschappijen met 1,6 procent doen verminderen in het daaropvolgende jaar. Volgens IATA komt dat overeen met een opbrengstverlies van zo’n 2,5 miljard euro voor het jaar 2016.
Toch heeft het internationale verkeer zich op enkele maanden tijd kunnen herstellen. In juni 2016 steeg het aantal reizigers zelfs terug tot boven het niveau van voor de aanslagen. Enkel het Europa-Azië segment heeft zich nog niet volledig hersteld. In dit deel van de markt zijn er nog steeds minder passagiers dan wat normaal de trend had geweest zonder de aanslagen, iets wat typisch is voor de Aziatische markt. Die is namelijk gevoeliger voor zo’n shocks dan de rest van de wereld.
Volgens IATA tonen de cijfers aan dat het Europees internationaal passagierstrafiek veerkrachtig is tegenover korte shockgebeurtenissen. Net zoals met de SARS-pandemie in 2003 en de IJslandse aswolk in 2010 heeft het verkeer zich telkens relatief snel hersteld.
Toch hebben de gebeurtenissen van de dot-com bubble in 2000, de aanslagen van 11 september 2001 en de wereldwijde financiële crisis van 2008 een permanente invloed gehad op de cijfers. IATA zegt dat de trafiek daardoor permanent 30 procent lager ligt dan wanneer de maatschappijen zonder deze gebeurtenissen gewoon hun groei hadden kunnen verderzetten.