De nieuwe omgevingsvergunning voor Brussels Airport die vorig jaar werd afgeleverd, is vernietigd. Die vergunning werd door verschillende partijen, waaronder verschillende gewesten, gemeenten en Brussels Airlines, aangevochten. De Raad voor Vergunningsbetwisting geeft hen nu gelijk waardoor de vergunning wordt vernietigd omdat ze het Europees recht niet correct heeft gevolgd.
De nieuwe omgevingsvergunning die toenmalig minister van Omgeving Zuhal Demir vorig jaar uitreikte was een verstrenging op het vlak van geluidshinder en zette ook een serieuze rem op de toekomstige groei van de luchthavenactiviteiten. Zo werd het aantal vliegbewegingen tegen 2032 vastgesteld op maximaal 240.000 bewegingen per jaar. In het jaar 2023 waren er 212.000 vliegbewegingen waardoor de luchthaven de eerste jaren nog wel wat zou kunnen groeien. Toch vochten verschillende partijen, elk om hun eigen en vaak tegenstrijdige redenen, de nieuwe vergunning aan. Vooral Brussels Airlines zou als grootste maatschappij het meeste hinder ondervinden omdat het niet meer onbeperkt zou kunnen uitbreiden.
De rechter oordeelt dat het door Europa vastgelegde ‘balanced approach’-principe niet werd toegepast. Daarbij moet er eerst worden gekeken of de ontwikkeling van de luchthaven en de daar bijhorende overlast niet op andere manieren kan worden opgelost. Pas als laatste middel mogen er beperkingen worden opgelegd. De Vlaamse regering zou dat beleidsprincipe niet grondig gevolgd hebben.
Brussels Airport Company had ook een beroep ingediend maar enkel omdat ze door de nieuwe vergunning jaarlijks tien miljoen euro zou moeten betalen aan spoorwegbeheerder Infrabel. Die zou met dat geld de kosten van de diabolotoeslag voor treinreizigers moeten verminderen.
Hoewel de vergunning nu vernietigd is, mag de luchthaven wel normaal blijven opereren. De nieuwe Vlaamse regering moet voor 30 juni 2029 opnieuw beslissen over een nieuwe vergunningsaanvraag maar tot dan mag de luchthaven verder blijven opereren volgens de vernietigde vergunning.