De piloten van de B737-800 van Jeju Air die eind vorig jaar verongelukte in Zuid-Korea na een botsing met vogels zouden de minst beschadigde motor hebben uitgeschakeld. Dat berichtten Zuid-Koreaanse media nadat een nieuw tussentijds rapport klaar is voor publicatie. Het toestel moest een noodlanding uitvoeren op een luchthaven nadat het geen of weinig motorvermogen meer had. Op het einde van de baan botste het toestel tegen een obstakel waardoor op 2 bemanningsleden na iedereen omkwam.
Nadat een eerste voorlopig onderzoeksrapport in januari weinig nieuwe elementen opleverde in het onderzoek naar de oorzaak van de dodelijke crash eind december vorig jaar in het Zuid-Koreaanse Muan, zou een tweede rapport dat nu klaar is voor publicatie bewijzen dat de oorzaak van de noodlanding ligt bij de piloten. Die zouden op lage hoogte bij een botsing met vogels, waardoor er motorproblemen ontstonden in beide motoren, de minst beschadigde motor hebben uitgeschakeld. Het toestel moest daarop snel een noodlanding maken zonder landingsgestel en raakte niet voor het einde van de baan tot stilstand.
In januari schreef het rapport dat de landing naar Muan op lage hoogte (zo’n 900 voet) afgebroken werd en er een noodcommunicatie (MAYDAY) naar de verkeersleider werd verstuurd. Het toestel maakte daarop een 180-gradenbocht om vanuit de omgekeerde richting te landen op baan 19. De kans is zeer groot dat beide motoren door de botsing hun stuwkracht (grotendeels) hadden verloren, maar die conclusie wou het officiële rapport toen nog niet maken. Het toestel kwam halverwege de landingsbaan neer zonder landingsgestel en botste aan het einde van de baan op een muur waardoor het toestel ontplofte.
Nu zou het rapport bevestigen dat beide motoren door de botsing met vogels beschadigd raakten, maar dat de linkermotor minder beschadigd was dan de rechtermotor en dat de piloten die motor zouden hebben uitgeschakeld. Daar zou er in het nieuwe rapport voldoende bewijs voor zijn.
De familie van de overlevenden werd afgelopen zaterdag al ingelicht over de nieuwe elementen in het onderzoek. De advocaten van de nabestaanden hebben nu bezwaar tegen de publicatie van het tussentijds rapport omdat er volgens hen onvoldoende gekeken werd naar andere bijdragende factoren.