Swissair toch veroordeeld voor faillissement Sabena

Het inmiddels eveneens ter zielen gegane Swissair is donderdag (27 januari 2011) door het Brusselse hof van beroep verantwoordelijk gesteld voor het faillissement van Sabena, in november tien jaar geleden. De Zwitsers zouden in oktober 2001, één maand voor het uiteindelijke faillissement, contractbreuk hebben gepleegd. Ze lieten uit om een beloofde kapitaalsverhoging door te voeren en tekenden daarmee het doodvonnis van Sabena.

Swissair is nu veroordeeld tot het betalen van fikse schadevergoedingen, onder meer aan de curatoren van de Belgische luchtvaartmaatschappij en de Belgische staat. Een eerste schijf van 18,3 miljoen euro werd toegewezen aan de curator om te verdelen onder de schuldeisers. Het wordt echter verwacht dat er bijkomende schuldenclaims zullen komen, want de curator had eerst 2 miljard euro schadevergoeding geëist om de schulden te kunnen dekken.

De Belgische staat werd minder goed bedeeld, zij moeten het stellen met slechts 300.000 euro, terwijl ze er één miljard hadden geëist. De staat claimde dat zij veel kosten hebben moeten maken tijdens het opstellen en uitvoeren van het sociale plan na het faillissement. De rechter ging niet mee in hun redenering en stelde dat de overheid “in haar hoedanigheid van aandeelhouder handelde, en niet als staat”.


© George W. Hamlin – airliners.net

Daarmee zijn we dus aan het begin van het einde van dit tragische verhaal gekomen, maar wij blikken nog even terug en duiken in het verleden van Sabena. De hele geschiedenis begint in de jaren ’90. Sabena was een verlieslatend bedrijf, talloze routes werden opgestart wegens politieke redenen en voor het prestige, terwijl de economische kant verwaarloosd werd. De maatschappij maakte jaar na jaar enorme verliezen, opgevuld door de Belgische staat.

Begin jaren ’90 was het voor de Europese Unie genoeg geweest en ze verboden de Belgische overheid om nog langer geld in Sabena te pompen om te verliezen goed te maken. Er werd noodgedwongen op zoek gegaan naar een andere aandeelhouder. In 1993 kocht Air France een groot minderheidsaandeel, maar zag al snel af van die beslissing. Twee jaar later kwam Swissair op de proppen en zij kochten 49% van de aandelen.

Hoewel de Belgische staat dus nog steeds hoofdaandeelhouder was, werden alle beslissingen genomen door de Zwitsers. Ze mochten hun vrij gang gaan, en volgens de curator hebben ze wetens en willens de hele luchtvaartmaatschappij leeggezogen. Ook de contractuele verplichtingen werden bewust en veelvuldig met de voeten getreden. Het meest opvallende verhaal is wel de aankoop van maar liefst 36 gloednieuwe Airbussen, in 2000.


© Paul Spijkers – airliners.net

Op zich een mooi verhaal, maar het was toen duidelijk dat dat een veel te ambitieus plan was. Sabena had hoogstens de helft van dat aantal aan nieuwe vliegtuigen nodig, de groeistrategie van Swissair (en bijgevolg ook Sabena) was niet goed doordacht en alles moest veel te snel gaan. De maatschappijen die gebruikt werden voor de aankoop, zouden trouwens ook niet in de boekhouding voorkomen.

Men zou zich beginnen afvragen waarom de Belgische leden van de Raad van Bestuur – want die waren er uiteraard nog steeds – zich als meerderheidsaandeelhouder niet hebben verzet tegen de kamikaze-beslissingen van de Zwitsers. Ook daarvoor is uiteraard een logische verklaring: uit het onderzoek na het faillissement blijkt dat Belgische toplui in de jaren 90 voor vele miljoenen bonussen in het zwart werden uitbetaald, via een Sabena-dochter op Bermuda.

Het verhaal van een noodlijdende luchtvaartmaatschappij die geld beloofd was en het nooit kreeg, integendeel nog verplicht werd om ettelijke miljarden uit te geven aan nieuwe vliegtuigen, stopte uiteindelijk op 7 november 2001. Vlucht SN690, uitgevoerd een Airbus A340-300, landde als allerlaatste Sabena-vliegtuig uit Abidjan en Cotonou terug in Brussel… om nooit meer terug op te stijgen. Duizenden personeelsleden verloren hun werk.

Laatste vlucht Sabena komt aan op 7 november 2001
© Pieter Declerck – airliners.net

Van de 36 mensen die in 2009 voor de Brusselse raadkamer moesten verschijnen in deze zaak, werden er uiteindelijk slechts negen in verdenking gesteld voor beschuldigingen die variëren van vervalsing van de boekhouding, over witwassen en fiscale fraude tot misbruik van vertrouwen. Het gaat om de laatste twee gedelegeerd bestuurders van Sabena, de laatste twee secretarissen-generaal van Sabena, en drie andere gewezen directieleden.

Eind 2003 had de handelsrechtbank van Brussel in eerste aanleg geoordeeld dat SAirGroup inderdaad een aantal van zijn verplichtingen niet nagekomen was maar dat groep niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor het faillissement van Sabena. In Zwitserland is de top van SAirGroup al vrijgesproken. De rechtbank vond dat de 19 voormalige bestuurders en directeuren geen slecht beleid ten laste kan worden gelegd.

Dat ging echter alleen over het beleid bij SAirGroup in Zwitserland. De beslissingen van de toplui bij filialen in het buitenland werden niet in aanmerking genomen, wat curator Christian Van Buggenhout van Sabena ertoe bracht het proces “een farce” te noemen. De toplui van SAirGroup werden niet alleen vrijgesproken, ze kregen ook nog een schadevergoeding toegekend van meer 1 miljoen Zwitserse frank.


© Serge Bailleul – airliners.net

België is in deze zaak ook naar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gestapt. Een rechter in Zwitserland heeft toen beslist dat de liquidatie van SAirGroup door kan gaan en geen rekening moet houden met de uitspraken van het Belgische gerecht. België is daarom naar het Internationaal Hof van Justitie gestapt omdat het de Zwitsers verwijt dat ze de Conventie van Lugano niet respecteren, dat de rechterlijke bevoegdheid in handelszaken regelt.

Volgens ons land is het Belgische gerecht exclusief bevoegd in het conflict, hoewel er parallelle rechtszaken lopen in België én in Zwitserland. België verwijst naar contracten die werden gesloten “toen de Zwitserse bedrijven in 1995 in het kapitaal van Sabena stapten”. In die contracten zou vermeld staan dat “in geval van een geschil, de exclusieve bevoegdheid ligt bij de rechtbank van Brussel en de Belgische wetgeving van toepassing is”.