Luchthavens zonder verkeerstoren: remote towers palmen Europa in

Een verkeerstoren op een luchthaven: het is een vertrouwd zicht dat we al sinds de jaren ’30 overal ter wereld kunnen zien. Maar de digitale technologie zal dat uitzicht de komende decennia veranderen. Steeds meer luchthavens maken gebruik van digitale ‘remote towers’ van waaruit luchthavens worden gecontroleerd op een locatie honderden kilometers van hun positie. Al in verschillende Europese landen zijn remote towers in werking of in hun testfase. xx

In april 2015 schrijft de Zweedse luchthaven van Örnsköldsvik geschiedenis. Het wordt de eerste luchthaven ter wereld waar de verkeersleiding van het veld niet meer in de toren zit, maar op een locatie 155 kilometer daar vandaan. In de stad Sundsvall hebben de Zweedse luchtverkeersleiding LFV en Saab een Remote Tower Center gebouwd. Dat centrum is uitgerust met een 360-gradenzicht van de luchthaven van Örnsköldsvik en vervangt daar de fysieke verkeerstoren.

Met verschillende bestuurbare camera’s, infraroodcamera’s en andere gespecialiseerde apparatuur hebben de luchtverkeersleiders een beter zicht op de operaties van het vliegveld, vooral ’s nachts en bij slechte zichtbaarheid. Vanuit Sundsvall gebeurt de communicatie met de piloten trouwens nog steeds op dezelfde manier: via de radio. Ook de luchthaven van Sundsvall-Timra wordt sinds begin dit jaar gecontroleerd door de remote tower in Sundsvall en binnenkort is de luchthaven van Linkoping aan de beurt.

Het Zweedse Saab is één van de pioniers van deze technologie en heeft deze al op verschillende luchthavens geïmplementeerd. Europa neemt een voortrekkersrol op het gebied van remote towers. Het Single European Sky ATM Research-project (SESAR) van de EU heeft als doel om tegen 2024 de capaciteit van het Europese luchtruim te verhogen. Een onderdeel van het 1,6 miljard euro kostende project is de ontwikkeling van remote towers. Die zouden kunnen worden gebruikt om kleine en middelgrote luchthavens te controleren met meer efficiëntie en vooral minder kosten als gevolg. Een verkeersleider zal namelijk in zijn virtuele verkeerstoren verschillende kleine luchthavens tegelijk kunnen controleren zonder dat daarbij de veiligheid wordt verminderd.

Sinds de start van de eerste remote tower in Zweden zijn er in andere Europese landen ook soortgelijke initiatieven genomen. Zo wil Noorwegen tegen 2020 al vijftien regionale luchthavens virtueel controleren vanuit een remote tower center in Bodø. Duitsland is momenteel bezig met testen voor een remote tower in Leipzig, die de luchthaven van Saarbrücken 400 kilometer verderop moet controleren. Ook Ierland test de technologie al sinds 2016 op de luchthaven van Cork en Shannon die vanaf de luchthaven van Dublin worden gecontroleerd. Ook op drie luchthavens in Hongarije, waaronder Boedapest, zijn al testen uitgevoerd.

Dichter bij huis zal de luchthaven van Londen City vanaf 2019 worden gecontroleerd vanuit Swanwick in Southampton. Met 14 Ultra-HD-camera’s en twee beweegbare tiltcamera’s zal in Swanwick een 360-gradenzicht worden getoond aan de luchtverkeersleider en zal dit de huidige verkeerstoren overbodig maken. Ook Saab leverde hiervoor de technologie aan luchtverkeersleider NATS. Een 50-meter hoge toren zal met sensors en camera’s worden uitgerust. De totale kostprijs is niet bekend maar zou ongeveer op hetzelfde uitkomen indien de 30 jaar oude verkeerstoren vernieuwd zou worden. London City Airport investeert 350 miljoen pond om de luchthaven te vernieuwen en uit te breiden.

Het komende decennium zullen remote towers wellicht meer en meer de norm worden en zal zo de luchtverkeersleiding op verschillende luchthavens gecentraliseerd worden. Ook Belgocontrol neemt voorzichtig de eerste stappen in de richting van remote towers. Belgocontrol tekende recent nog een contract met het consortium Egis dat het bedrijf de komende drie jaar moet ondersteunen in zijn strategische, operationele en technische ontwikkeling waaronder het remote tower-concept.