De Alpen, ongetwijfeld één van de mooiste bergketens ter wereld en altijd indrukwekkend, in elk seizoen. Door z’n geografische ligging moet het ook zowat één van de meest overvlogen bergketens zijn en hebben al miljoenen mensen, met wat weersgeluk, tijdens hun vlucht kunnen genieten van een Alpenzicht.
In de lente maken de witte berghellingen plaats voor groene weides en worden de skilatten omgeruild voor wandelschoenen. Ook vanuit de lucht is de komst van de lente en de zomer goed merkbaar. Het aantal witte plekken vermindert zienderogen en de scherpe pieken en bruingrijze rotslagen domineren vanaf nu bij het overvliegen het Alpenbeeld.
Terwijl de Alpen steeds meer van hun witte pracht verliezen, blijven de gletsjers en de allerhoogste pieken onaangetast. Net zoals de grootste witte reus van de Alpen: de Mont Blanc. Van ver zichtbaar en een echt herkenningspunt bij helder weer. De 4.807 meter hoge berg maakt van haar buren dwergen.
Ook de gletsjers, die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de verschillende grote Alpenvalleien blijven heel de zomer goed zichtbaar, zij het wel steeds kleiner. De gemiddelde temperatuur in de Alpen stijgt sneller dan het wereldwijde gemiddelde, waardoor hun gebied tijdens de zomer steeds verder afneemt. Duizenden jaren hebben ze nodig gehad om de Alpenvalleien uit te snijden tot hoe we ze vandaag kennen en smeltend zullen ze ooit verdwijnen. Voorlopig dan toch, want elk zicht van bovenaf is slechts een momentopname van de steden en natuur van onze tijd.