Europese maatschappijen kunnen nog maar moeilijk concurreren met Chinese maatschappijen

Verschillende Europese luchtvaartgroepen zien hun operaties van en naar Azië, en met in het bijzonder richting China, achteruitgaan. De opbrengsten dalen terwijl de kosten door de sancties met Rusland hoog blijven liggen. De Chinese maatschappijen daarentegen zetten volop in naar Europa en hebben nu al meer vluchten richting Europa dan in 2019.

Enkele dagen geleden maakte British Airways bekend dat ze de vluchten tussen Londen en Peking eind oktober stopzet. De maatschappij ziet de opbrengsten van de route verminderen en dat terwijl de kosten hoog blijven liggen door de sancties tegen Rusland. De vluchtfrequentie naar Hong Kong zal worden gehalveerd tot een dagelijkse vlucht. Ook Virgin Atlantic stopt eind oktober met vluchten naar Shanghai en zette twee jaar geleden, toen de gevolgen van de oorlog in Oekraïne al voelbaar waren, de vluchten naar Hong Kong reeds stop.

Door de sancties tegen Rusland kunnen Europese maatschappijen al meer dan twee jaar niet meer boven Rusland vliegen. Daardoor duurden de vluchten richting oost-Azië langer en stegen de operationele kosten. Die stijgende kostprijs kunnen de Britse maatschappijen door Chinese concurrentie niet doorrekenen aan de passagier. Integendeel, op basis van data van Sabre blijkt dat op de route tussen de twee luchthavens van Peking en Londen Heathrow in de periode JAN-FEB ’24 het aantal passagiers met 29 procent is gestegen tegenover 2019 en ook de bezettingsgraad met 20 procent is toegenomen, maar dat de totale omzet per vlucht 18 procent gedaald is. Wanneer kosten dan stijgen en opbrengsten dalen is het niet meer dan logisch dat deze routes worden geëvalueerd en indien nodig geschrapt worden.

Eenzelfde verhaal zien we bij de andere grote groepen zoals Air France-KLM en Lufthansa Group. Hoewel zij momenteel nog geen bestemmingen in China/Azië schrappen, zien ook zij de verslechterende resultaten in deze regio. Air France-KLM verhoogde afgelopen kwartaal haar capaciteit naar Azië en het Midden-Oosten met 13,9 procent maar zag de opbrengsten dalen met 3 procent. Bij Lufthansa Group zien we een stijging van 20 procent van het aanbod tegenover 2023, maar een daling van de opbrengsten met 9,9 procent. De grootste maatschappij in die groep die ook de meeste vluchten richting China/Azië heeft, Lufthansa, noteerde afgelopen kwartaal barslechte resultaten en de Azië/Pacific-regio scoorde het slechtst. De Chinees-Aziatische markt is voor Lufthansa in het verleden nochtans zeer belangrijk geweest. Momenteel vliegt Lufthtansa naar 13 zuid-oost-Azië-bestemmingen waaronder vanuit beide hubs in Frankfurt en München naar Peking, Shanghai en Hong Kong.

Bij de Chinese luchtvaartmaatschappijen zien we op basis van data van OAG een ander verhaal. Die hebben hun aantal vluchten richting Europa tegenover de zomer van 2019 stevig uitgebreid en zien hun marktaandeel daarmee stijgen. Chinese luchtvaartmaatschappijen hebben deze zomer 26,9 procent meer vluchten richting Centraal- en Oost-Europa en 13,2 procent meer vluchten richting West-Europa. Ook dicht bij huis zien we op Brussels Airport de groei van de Chinese luchtvaartmaatschappijen. Brussel staat nu met Hainan Airlines en nieuwkomer Juneyao Airlines op de tiende plaats van Europese steden met meeste vluchten naar China uitgevoerd door Chinese maatschappijen. Zij hebben weinig hinder van oorlog in Oekraïne en kunnen nog steeds voor de kortste weg via Rusland kiezen. Daardoor hebben zij een aanzienlijk kostenvoordeel en kunnen zij gemakkelijker zowel in prijs als in comfort (vliegtijd) concurreren met de Europese luchtvaartmaatschappijen.