Een voorlopig onderzoeksrapport, dat normaal binnen de 30 dagen na een vliegtuigongeval moet worden afgeleverd, onthult weinig nieuwe elementen over het ongeval. Omdat zowel de cockpit voice recorders (CVR) als de flight data recorders (FDR) na een botsing met vogels niets meer registreerden, is er voorlopig weinig bekend over de precieze acties van de bemanning na de botsing.
De B737-800 van Jeju Air, afkomstig van Bangkok, was bezig met de nadering naar baan 01 op de luchthaven van Muan toen het toestel in botsing kwam met een zwerm vogels. Onderzoek leverde op dat het gaat om een groep Siberische Talingen, een eendensoort afkomstig uit Oost-Rusland die overwintert in het oosten van Azië. Exact een minuut voor de botsing waarschuwde de luchtverkeersleider van Muan de bemanning nog dat er activiteit van vogels was in de omgeving van de luchthaven. Zestig seconden later stopten zowel de CVR als de FDR met het opnemen van gegevens.
Het vliegtuig was op dat moment in botsing gekomen met een zwerm vogels en de bemanning had de landing op lage hoogte (zo’n 900 voet) afgebroken en stuurde een noodcommunicatie (MAYDAY) uit naar de verkeersleider. Het toestel maakte daarop een 180-gradenbocht om vanuit de omgekeerde richting te landen op baan 19. De kans is zeer groot dat beide motoren door de botsing hun stuwkracht (grotendeels) hadden verloren, maar die conclusie wil het officiële rapport nog niet maken. Het toestel kwam halverwege de landingsbaan neer zonder landingsgestel en botste aan het einde van de baan op een muur waardoor het toestel ontplofte. Enkel 2 bemanningsleden van de 181 inzittenden overleefden de crash.
Tussen het moment van de crash en het moment waarop de recorders niets meer registreerden zitten 4 minuten en 7 seconden. Wat er tijdens die cruciale minuten precies is gebeurd, zal daardoor nooit bekend raken. Het onderzoek zal de motoronderdelen nu verder grondig onderzoeken in de hoop daaruit te kunnen afleiden welke schade de vogels veroorzaakten.